Het dorp Bois-Seigneur-Isaac dankt zijn naam aan Isaac de Valenciennes, lid van een illustere familie uit Henegouwen, die er op het einde van de 11e eeuw in de buurt een bos aanplantte. Dit bos, "Bois planté" genaamd, bestaat nog altijd en bevindt zich op 500 meter van het kasteel langs de Route de Lillois.
Het kasteel, waarvan de oorsprong waarschijnlijk teruggaat tot de 12e eeuw, maakte deel uit van een reeks burchten die de grenzen van het graafschap Henegouwen moesten beschermen tegen de uitbreidingsplannen van de Hertogen van Brabant. De heerlijkheid en het kasteel van Bois-Seigneur-Isaac behoorden achtereenvolgens toe aan de families de Huldenberg, de Dave en de Sainte-Aldegonde. Op het einde van de 17e eeuw zaaide een ernstig erfrechtelijk conflict verdeeldheid tussen de erfgenamen van de laatste Gravin de Sainte-Aldegonde, geboren als Agnes de Dave. Dit conflict leidde tot hun ondergang en de verkoop in 1712 van de heerlijkheid en het kasteel, die werden overgekocht door Heer Antoine de Belhomme, Algemeen Ontvanger der Beden en Subsidies van het graafschap Henegouwen. Hij en zijn echtgenote, Marie-Thérèse Rouillon de Castaigne, vormden, met de hulp van architect Hannotaux, de middeleeuwse burcht om tot een château de plaisance. Het kasteel werd gebouwd op de funderingen van drie zijden van de oude veelhoek. Op de plaats van de oude ophaalbrug werd tussen 1730 en 1740 een uitbouw gebouwd, met een bijzonder harmonieuze gevel in klassieke Franse stijl, verfraaid met grote ramen in romaanse bogen en met een driehoekig fronton. De grachten, die aan de westelijke zijde opgedroogd waren, werden opgevuld aan de oostelijke zijde, terwijl een afzonderlijke ronde toren in het Zuiden, met zijn kijkgaten, de enige getuige bleef van de feodale burcht.
In 1810 huwde Joséphine Cornet de Grez, achterkleindochter van Antoine en Marie-Thérèse de Belhomme en erfgename van het kasteel en het domein van Bois-Seigneur-Isaac, met Baron Idesbalde-François Snoy et d'Oppuers. Ingevolge dit huwelijk verhuisde de oudste tak van de familie Snoy, afstammend van de Graven van Gelre en sinds 1563 gevestigd in de streek van Mechelen, haar archieven en een opmerkelijk reeks familieportretten naar de archieven van Bois-Seigneur-Isaac.
Sinds 1810 hebben vijf generaties Snoy op het kasteel van Bois-Seigneur-Isaac gewoond. In het bijzonder Baron en vervolgens Graaf (1982) Jean-Charles Snoy et d'Oppuers (1907-1991) heeft zich onderscheiden als secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, onderhandelaar en ondertekenaar van het Verdrag van Rome (1957) en minister van Financiën van 1968 tot 1972. De huidige kasteelheren zijn zijn zoon Baron Bernard Snoy en diens echtgenote, Christine de Weck.